Corona stimuleert compostering

Het was paniek in Ghana toen in maart 2020 corona uitbrak. Transport lag stil. Scholen dicht, de vele lokale markten waar voedsel ver-en-gekocht wordt waren gesloten, mondkapjes op en 1,5 meter afstand houden. Vrachtwagens die goederen vervoeren naar het Noorden bleven staan in de havens bij Accra. Zo kwam er dus geen kunstmest, bestrijdingsmiddelen, gereedschap enz. meer naar het Noorden. De boeren bleven daar zitten zonder inputs terwijl het groeiseizoen in mei begint.

Het regenseizoen duurt tot november, althans dat was zo tot 15 jaar geleden. Sinds 2010 zijn de regens onbetrouwbaar en is regenafhankelijke landbouw erg risicovol.  Als de regens stoppen nadat de mais en sorghum gekiemd zijn, dan verdrogen de kiemplanttjes. Zeker de percelen die al een aantal jaren met kunstmest bemest zijn. In deze grond is de organische stof zo laag dat het geen water meer vasthoudt. De enkele boer die compost toepast, is beter af; zijn/haar gronden houden meer vocht vast en de kiemplanten overleven droge periodes beter. Boeren die compost gebruiken, hebben meer oogstzekerheid en vaak een iets hogere opbrengst dan boeren die kunstmest gebruiken. Er is nog een extra voordeel van het gebruik van compost. Mevrouw Mariama legt uit: ‘Compost unites the soil and also our community’ (Compost houdt de bodem bij elkaar en ook onze gemeenschap). Dat zit zo. Compost maken gebeurt in groepen. De ene dag maken ze compost bij boer Ayamga, de volgende dag bij boerin Mariama. Ze gaan door totdat er bij iedereen een composthoop ligt.
Dit samenwerken in groepen vergroot het vertrouwen in elkaar en maakt de gemeenschap sterker. Mevrouw Mariama: ‘Artificial fertilizer doesn’t have that effect; fertilizer use is an individual activity’. (Kunstmest heeft dat effect niet omdat het een individuele activiteit is).



Compost wordt aangestampt en bedekt met plastic om waterverlies tegen te gaan


Desondanks wordt er toch veel kunstmest gebruikt. Vooral omdat het minder zwaar werk is vergeleken met compost maken. Maar dit veranderde allemaal toen de corona uitbrak. De boeren stonden op de stoep bij de lokale organisatie CEAL (Centre for Ecological Agriculture and Livelihoods) in Walewale in Noord Ghana. CEAL heeft al 15 jaar ervaring met boerenhuishoudens te trainen in composteren. CEAL moest zo snel en zoveel huishoudens als mogelijk leren hoe je compost maakt en toepast. Hun oude manier, studiegroepen, zou niet voldoen. De hoeveelheid boeren die dan bereikt wordt, is beperkt want CEAL heeft maar vier trainers die studiegroepen kunnen begeleiden. Er is geen geld om meer trainers aan te stellen. Crisis dus

Eind maart 2020 was er intensief app-verkeer tussen Issifu, de manager van CEAL, en ons in Nederland. Wij kennen Issifu nu al zo’n 15 jaar en we weten inmiddels wel wat voor ‘blad we in de composthoop’ hebben. Crisis betekent letterlijk ‘ommekeer’. Samen kwamen we tot de conclusie dat we de oude manier van trainingen overboord gaan gooien en beginnen met de ‘Farmer to Farmer-approach’ (F2F; van boer tot boer). In vorige nieuwsbrieven hebben we  daar ook al over geschreven. Het F2F-concept is in Zuid-Amerika ontstaan en erg succesvol. Juist omdat het in korte tijd veel mensen bereikt, goedkoop is en de gemeenschapszin vergroot. F2F houdt in dat je 10 boeren selecteert waarvan je denkt dat zij goede trainers zijn. Op hun beurt trainen zij 10 buren, familieleden en vrienden, die op hun beurt weer 10 boeren uit hun omgeving trainen. Zo kan het snel gaan: 10 x 10 x 10 = 1000 boeren in een paar maanden is mogelijk. Veel meer dan met studiegroepen. In het bestand van CEAL van de afgelopen jaren waren al snel 10 geschikte boerentrainers (m/v) gevonden. In April 2020 werden in een week de eerste 10 boeren opgeleid. Zij kregen een opfriscursus in een nieuwe methode van composteren. Hopen van 2 m3 goed verteerbaar materiaal (gewasresten, dierlijke mest, as van het huishouden, boombladeren) worden natgemaakt en gemengd, afgedekt met een stuk plastic, na elke 2 weken opnieuw gemengd en bewaterd en dan heb je binnen 4-6 weken goed verteerde compost. Met die hoeveelheid kun je circa een halve hectare mais of sorghum bemesten. En als alles goed gaat levert dit 14 zakken mais op van 100 kg, waarvan een gezin met een paar kinderen het hele jaar kan eten.

In april 2020 is CEAL begonnen met 10 boeren. In december 2020 waren er 1700 boeren getraind. Eind november 2021 stond de teller op 4756 boerengezinnen, waarvan 40% vrouwen. Een van deze vrouwen, Sadia, vrouwenleider in Gbani community, zegt: ‘Should there be distortion in the supply chain of critical agricultural inputs such as chemical fertilizers, we women farmers in Gbani community are not at risk of starvation’. (Mocht er weer een tekort aan kunstmest zijn; wij hebben geen risico meer op verhongeren) En Baba Fusieni, zegt als hij terug kijkt naar het afgelopen jaar: ‘I did not know that without fertilizer my one-acre farm can produce 12 bags of maize. This is indeed a miracle!’ (Ik wist niet dat je zonder kunstmest (maar met compost) op 0.4 ha grond 12 zakken mais kon oogsten, het is echt een wonder!).

Gemiddeld oogsten boeren als ze helemaal geen kunstmest of compost gebruiken 4 zakken van 100 kg per 0.4 ha. Gebruiken ze kunstmest of compost dan varieert de opbrengst tussen de 10 en 14 zakken.

Kunstmest kost geld en dat hebben  veel boeren niet aan het begin van het groeiseizoen. De eventuele reserves of spaargelden zijn opgegaan om de droge tijd te overleven. Compost maken kost geen geld, wel veel arbeid. Omdat er geen kunstmest op de markt was, moest men wel gaan composteren. Letterlijk zeiden sommige boeren toen vorig jaar corona toesloeg: ‘Or we die from corona or we die from hunger; we cannot beat corona but we can make compost!’ (Of we sterven door corona of door honger; Corona kunnen we niet verslaan maar we kunnen wel compost maken!). Corona heeft gelukkig niet doorgezet op het platteland van Noord Ghana. Er zijn niet echt meer mensen gestorven dan in de jaren voor corona. Waarom dit zo is, is onduidelijk. Het kan zijn dat het virus beter gedijt in koudere klimaten zoals Nederland. Het kan ook zijn dat de algemene weerstand tegen ziekten bij Afrikanen groter is dan bij Europeanen. Hoe het ook zij, corona heeft een grote slinger gegeven aan het gebruik van lokale middelen. Want naast het maken van compost is er ook veel belangstelling voor het maken van botanische middelen tegen ziekten en plagen in gewassen en dieren. Oude traditionele middelen worden weer uit de kast gehaald en opnieuw getest en verbeterd. Mensen worden daardoor onafhankelijker en zich meer bewust van hun eigen kracht.